De ministeriële regeling Milieukwaliteit Elektriciteitsproductie, kortweg MEP-regeling, was een regeling van het Nederlandse Ministerie van Economische Zaken. De regeling is in 2006 stopgezet en in 2008 vervangen door de Stimuleringsregeling duurzame energieproductie.
Inhoud MEP-regeling
De regeling dient om de productie van schone en duurzame energie, o.a. windenergie, biomassa en fotovoltaïsche zonne-energie te stimuleren. De regeling valt uiteen in twee onderdelen: MEP Duurzaam en MEP warmtekrachtkoppeling (WKK). De tarieven worden per jaar voor de verschillende soorten van productie vastgesteld, op basis van een berekening van de onrendabele top. De MEP wordt bekostigd uit een heffing per elektriciteitsaansluiting. Met ingang van 1 januari 2007 is de wijziging van de Elektriciteitswet 1998 met betrekking tot de MEP in werking getreden. Eén van de belangrijkste wijzigingen is dat de MEP vanaf die datum niet langer een open einde regeling is. De Minister van Economische Zaken heeft in het kader van een zogenaamde voorhangregeling de Tweede Kamer aangegeven de subsidieplafonds voor zowel duurzame elektriciteit als voor warmtekrachtkoppeling (WKK), in afwachting van nadere besluitvorming door een volgend Kabinet, vast te zullen stellen op nul euro.
Geschiedenis MEP-regeling
De MEP is per 1 juli 2003 ingesteld en is in de plaats gekomen van een vrijstelling van de Regulerende Energiebelasting (REB) voor duurzame energiebronnen. Vanwege EU regels konden buitenlandse groene stroom producenten niet van de REB-vrijstelling worden buitengesloten, waardoor veel belastinggeld naar het buitenland weglekte. Producenten van duurzame elektriciteit konden tot 2006 gedurende maximaal tien jaar een MEP-subsidie van maximaal zeven eurocent per kWh krijgen. In mei 2005 liet minister Brinkhorst weten dat de regeling te succesvol was en daarom te duur werd. Toekenning van MEP Duurzaam-subsidies werd daarom voor de rest van het jaar bevroren. Op 18 augustus 2006 stelde minister Wijn van EZ de MEP Duurzaam-subsidies op Euro 0,00.