Verhuurders die woningen zo verbouwen dat er bijna geen energiekosten meer zijn, mogen hier vanaf 1 september een vergoeding voor gaan vragen aan hun huurders.
Het gaat om zogenoemde (bijna) nul-op-de-meterwoningen, die voorzien zijn van energiebesparende maatregelen in combinatie met voorzieningen die energie opwekken, zoals zonnepanelen, zonneboilers en warmtepompen. Het resultaat van deze maatregelen is dat huurders een veel lagere energierekening hebben.
Met de vergoeding kunnen verhuurders de investeringen in de huurwoningen terugverdienen. Overigens staat de hoogte van de vergoeding niet vast. De verhuurder en de huurder moeten het samen eens worden.
Totale woonlasten
Minister Stef Blok (Wonen) werkt op verzoek van de Tweede Kamer en Eerste Kamer nog aan een regeling die huurders de garantie gaat bieden dat hun totale woonlasten niet te veel stijgen. Ze betalen dan de vergoeding, maar geven in dat geval ongeveer net zoveel minder uit aan energie.
Binnenkort wordt de energieprestatievergoeding ook mogelijk voor zeer goed geïsoleerde woningen met een aansluiting op aardgas. Deze huizen moeten dan wel zoveel duurzame energie opwekken dat er elektriciteit teruggaat naar het net. Zo wordt het verbuik van aardgas gecompenseerd.
In het Energieakkoord is in 2013 afgesproken dat sociale huurwoningen in 2020 gemiddeld een energielabel B hebben. Om dat voor elkaar te krijgen, moeten woningbouwcorporaties op grote schaal renoveren.