Warmte-krachtkoppeling (kortweg wkk) is de gecombineerde opwekking in één proces, op basis van een brandstof, van warmte en elektriciteit (of mechanische energie), waarbij de warmte nuttig wordt gebruikt.
Elektriciteitscentrales hebben een elektrisch rendement van ca 58,5%, de rest van de energie uit de gebruikte brandstoffen komt vrij als warmte. Deze warmte kan nuttig gebruikt worden (verwarming, droging,…). Op deze manier wordt brandstof bespaard ten opzichte van de afzonderlijke, gescheiden productie van de door de warmtekrachtinstallatie geproduceerde elektriciteit en warmte.
Stadsverwarming
De afvalwarmte van grote centrales wordt soms gebruikt voor stadsverwarming. In de zomer is er geen warmtevraag, dan wordt de warmte op de normale manier geloosd via koeltorens of directe lozing op het oppervlakte water. Het is echter ook mogelijk de in de zomer geproduceerde warmte op te slaan in watervoerende lagen in de bodem, en in de winter alsnog te gebruiken voor gebouwverwarming. Dit werd onder andere toegepast door twee kleine wkk-centrales op de campus van de Universiteit Utrecht. De restwarmte wordt heden gebruikt om adsorptiekoelmachines aan te sturen. Restwarmte wordt omgezet in koude.