In het afgelopen jaar is de vraag naar datacentercapaciteit explosief gegroeid. De razendsnelle opkomst van AI-toepassingen stuwt het energieverbruik naar ongekende hoogten. Waar energie vroeger vooral een operationeel aandachtspunt was, is het inmiddels een strategische uitdaging. Tegelijkertijd neemt de druk toe om als sector verantwoordelijkheid te nemen voor het klimaat. Maar hoe haalbaar is dat? Kunnen datacenters werkelijk klimaatneutraal opereren? In dit artikel proberen we deze vragen te beantwoorden.
Waarom zijn er zoveel datacenters nodig?
Van videogesprekken tot online betalingen, van zelfrijdende auto’s tot medische data-analyse, en zelfs je favoriete iDEAL casino. Alles draait op servers in datacenters. En met de opkomst van Internet of Things, 5G en kunstmatige intelligentie zal die behoefte alleen maar toenemen.
AI-modellen worden bovendien groter, streamingdiensten populairder en vrijwel elk bedrijf draait tegenwoordig op cloudopslag. Al die activiteiten hebben één ding gemeen: ze vereisen gigantische hoeveelheden rekenkracht, opslag en snelle dataverbindingen. En dat vereist steeds meer stroom, terwijl ook de bouw van datacenters een impact op het milieu kan hebben.
Het gebouw zelf kan bijna nooit klimaatneutraal zijn
Wie een nieuw datacenter bouwt, komt meteen voor een lastig vraagstuk te staan. De constructie van eender welk gebouw brengt namelijk al een forse ecologische voetafdruk met zich mee. Denk aan de productie en het transport van beton, staal, bekabeling en koelsystemen. Al bij de eerste steen is er sprake van zogeheten ‘ingesloten koolstof’ die zich niet zomaar laat compenseren.
Daarom moeten we de vraag bijstellen: niet of een datacenter klimaatneutraal is, maar wanneer en hoe snel het netto-effect op het milieu kan worden geneutraliseerd. En dat betekent: verder kijken dan het beton.
Operationeel klimaatneutraal? Dat kan met de juiste inzet
Zodra het datacenter draait, is er wel ruimte voor verbetering. Energieverbruik tijdens de levensduur van een datacenter valt namelijk wél te compenseren. Veel bedrijven kozen jarenlang voor het kopen van CO₂-compensatie via credits, maar die aanpak raakt terecht in diskrediet. Zo schuift men het probleem immers af.
Steeds meer operators kiezen daarom voor directe investering in duurzame energiebronnen. Een veelgebruikte methode is het afsluiten van Power Purchase Agreements (PPA’s), waarbij men zich als afnemer voor langere tijd verbindt aan hernieuwbare energie. Daarmee geeft men duurzame opwekking een financiële basis.
Toch heeft ook deze aanpak beperkingen. Door PPA’s af te sluiten, wordt bestaande groene stroom vaak van andere sectoren weggekaapt. Het aanbod duurzame energie groeit simpelweg niet snel genoeg om de vraag bij te benen. Een goed begin dus, maar geen definitieve oplossing.
Grote spelers bouwen aan eigen energievoorziening
Om echt verschil te maken, investeren hyperscalers inmiddels in volledige energieprojecten. Denk aan zon- en windparken, met het doel om directe toegang tot groene stroom te krijgen. Soms bouwen ze zelfs aan eigen netwerken om die stroom te transporteren. Daarmee nemen ze hun energievoorziening volledig in eigen hand.
Toch is deze aanpak lang niet voor iedereen haalbaar. Niet elke operator heeft het kapitaal, de expertise of de politieke slagkracht om invloed uit te oefenen op infrastructuur en beleid. Waar een hyperscaler een land extra werkgelegenheid en investeringen kan bieden, blijft een gewone datacenterontwikkelaar in dat opzicht minder aantrekkelijk voor overheden.
Beloften moeten realistisch blijven
De druk om duurzaam te opereren groeit, zeker vanuit grote cloudaanbieders. Toch moeten ontwikkelaars voorzichtig zijn met wat ze beloven. Wie geen toegang heeft tot eigen opwekking of langdurige contracten, loopt het risico vast te lopen op schaarste en oplopende kosten.
Een alternatief model zou kunnen zijn dat operators zich richten op de bouw en exploitatie van het datacenter, terwijl de hyperscaler zelf zorgt voor de groene stroom. Zo kan men krachten bundelen en blijft de belofte van klimaatneutraliteit wél haalbaar.